De vorige keer hebben we het gehad over dat het lichaam een tempel van de Heilige Geest is, die we niet mogen verontreinigen en afbreken. Het heeft mij in de afgelopen weken niet losgelaten. Sterker het klaagde mij aan. Op die momenten steekt het de kop op: Ik wil heilig leven en ik faal! Dat voelt zo machteloos. Ja soms wanhopig. De gedachtes: ‘Ik heb te vaak gezondigd’, ‘Ik had beloofd dit of dat niet meer te doen en weer heb ik mijn beloften aan God gebroken’, enz. zullen niemand vreemd zijn. En als deze je wel vreemd zijn, weet ik niet of ik je gelukkig moet prijzen, omdat je zo’n fantastisch heilig leven hebt of dat je het Vaderhart zo goed ken of dat je ik om je moet treuren omdat je geweten niet meer spreekt. Maar dat is niet aan mij over te oordelen. Het gaat vandaag om ons te spiegelen in onze persoonlijke relatie met God en de genade van onze Heere Jezus Christus. Meer dan eens schoot mij, op zulke momenten, een stukje uit het doopformulier door mijn gedachten. Ik heb dit zo menigmaal horen voorlezen vroeger in de kerk, dat bepaalde delen van de formulieren gekoesterd blijven en ingekerfd zijn in mijn hart en geheugen. Dat is voor mij dan ook Gods stem, Vaders stem, die in één ogenblik Zijn kind tot gehoorzaamheid roept én gelijk Zijn vriendelijk aangezicht laat zien. Het gedeelte waar ik het over heb, somt op dat we in de doop in een nieuw verbond zijn getreden wat zijn rechten en zijn plichten heeft. Wat zijn dan onze plichten als wij tot geloof zijn gekomen en de doop hebben ontvangen: “…dat wij de enige God, Vader, Zoon en Heiligen Geest, aanhangen, vertrouwen en liefhebben met heel ons hart, heel onze ziel, heel ons gemoed en met alle krachten, de wereld verlaten, onze oude natuur doden, en in een nieuw godzalig leven wandelen.” Kunnen we dat? Proberen? Ja. Volbrengen? Nee. Dat weet de duivel, de aanklager ook heel erg goed. En dan wordt het lastig: Spreekt dan je geweten of wordt het vuur opgestookt om je aan het twijfelen te brengen of het wel goed zit tussen jou en God? Je bent niet de eerste en de laatste die in een geloofscrisis geraakt en zelfs de weg bijster raakt. En dan komt het stukje dat de afgelopen weken telkens weer in mij opkwam: “En als wij af en toe uit zwakheid in zonden vallen, dan moeten wij aan Gods genade niet gaan twijfelen, noch in de zonde blijven liggen, omdat de Doop een zegel en ontwijfelbaar getuigenis is, dat wij een eeuwig verbond van genade met God hebben.”
Je begrijpt wel wat het sleutelwoord is: ‘GENADE’. Een woord dat wij riepen op het schoolplein als je in een vechtpartij zat en besefte dat je het niet kon winnen, dan riepen we: Genade! Ik was geen vechtersbaas en zou zeker geen gevecht beginnen, maar ik kwam nogal eens in die positie. Het fluitje van de pleinwacht of het roepen om genade was dan meestal hetzelfde als het einde van geslagen te worden. Maar eigenlijk begrepen we als kinderen dat hele woordje dus niet. Genade heeft twee betekenissen in het Nederlands en in het Engels gebruiken ze daar twee verschillende woorden voor: Mercy and Grace. Mercy betekend dat niet de straf krijg die je wel hebt verdiend. Grace betekend dat een beloning krijg als je straf hebt verdiend.
Laten we het concreet maken. Als wij eenmaal zondigen verliezen we de toegang tot de hemel en zijn we aangewezen tot de hel. Dus toen Eva van de boom at, was het eigenlijk dodelijk slecht afgelopen met de mensheid. De mensheid was verdoemd. Maar God greep in. De mensheid behoorde vanaf dat moment schijnbaar de duivel toe, maar God zei: Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen Eva en de duivel in, als een muur, zodat hij haar niet naar zich toe kon trekken. Dat is genade op de eerste zwarte bladzijde van de wereldgeschiedenis. Maar ja daar heb je niet zo veel aan, als je geen Eva heet, toch? Daarom ging God verder: en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht. Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult het de hiel vermorzelen. (gen 3:15)
Dit vers heeft 3 lagen, 3 betekenissen. Net zoals de Heere Jezus de voeten van Zijn leerlingen waste. De voeten wassen was praktisch nodig, omdat men op sandalen liep, vieze voeten kregen en je gaat niet met vuilen voeten op een schone bank liggen. Dat was heel letterlijk. Geestelijk was het ook nodig, want als ga eten bidt je of spreek je zegen uit, dan treed je in contact met God. God is heilig en dan moest gewassen of rein zijn. Maar het had ook een symbolische betekenis: Degene die voeten waste, deed slavenwerk en moest neerknielen voor de ander. Hè dat is toevallig: Dat was genade. Jezus was de Meester, zij waren de leerlingen die niet dit vuile klusje wilde doen en de Meester ging slavenwerk doen. Dus: Ze hadden niet verdiend dat hun voeten werden gewassen en in plaats dat Jezus zegt nu gaan jullie elkaars voeten maar eens wassen en leren wat je plek is, bukte Hij als de Meester neer en deed als hoogste het werk van laagste.
Zo is het ook in onze tekst. Mensen en slangen gaan niet goed samen. Je wilt ze niet in je huis hebben. Slangen zijn kruipende dieren, dus komen niet zo hoog en happen daarom naar de plek die onbeschermd is en het makkelijkste te bereiken: Net boven de rand van je schoen, je hiel, de achterkant van je been. Wat doet een mens in alle culturen om van een slang af te komen: Je trap op zijn kop. Zou je hem bij zijn staart pakken en naar buiten willen gooien, zal hij slingeren en je bijten. Dus wat Mozes deed toen zijn staf in een slang was veranderd was vreselijk onnatuurlijk. Hij pakte hem bij de staart beet.
Nu kijkt God als het ware Eva en de slang aan en vraagt hetzelfde als wat de Heere Jezus vroeg na het wassen van de voeten: Begrijpen jullie wat Ik bedoel?
God bedoelde natuurlijk met deze beeldspraak dat er mensen zouden zijn die Hem zouden aanbidden en toebehoren en mensen die de duivel zouden aanbidden en toebehoren. Hoewel een slang sneller, leniger en handiger is dan een mens, kan hij zich niet beschermen tegen de kracht van de voet van de mens. Zo zal uiteindelijk de mensen die God liefhebben en daarom het goede willen doen, het winnen van de mensen die God haten en het kwade doen. Zo is de duivel ook sneller, leniger en handiger dan jij en ik. Hij lokt je naar de zonde, de verleiding, het ongezonde. En als je ernaar gaat verlangen zegt hij: “Je bent toch niet sterk genoeg, je kunt het toch niet winnen, doe het nu maar.” En als je niet toegeeft zet hij ook graag zijn zondagse hoed op, houd de Bijbel voor je open en zegt: “Ja, maar hier staat ‘God is barmhartig, genadig en vol ontferming.’” En dan geef je toe, je doe het en dan komt hij weer naar je toe en kijkt hij hoe jij je erbij voelt. Het liefst heeft hij dat je gaat genieten en doorga alsof je niks fout hebt gedaan. Dan heeft hij gewonnen. Maar als hij ziet dat je geweten je aanklaagt, dan gaat hij vervormd hij graag zijn stem, zodat deze hetzelfde klinkt als je geweten en komt hij met zijn vrome praatjes: “Hoe vaak heeft God je nu vergeven? Hoe vaak heeft Hij je weer een kans gegeven? Denk je dat Zijn geduld niet ophoudt?” Dan pakt hij rustig de Bijbel er weer bij en zegt: “Kijk eens wat er in Hebreeën 6 staat: ‘Het is onmogelijke om hen die een verlicht zijn geweest, …en daarna afvallig worden, weer opnieuw tot bekering te brengen, omdat zij voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigen en openlijk te schande maken.’ Er is geen weg terug voor jou.”
Hij volgt altijd een vast stappenplan:
Aandacht trekken (dat kan met iets moois, maar ook met pijn), weerstand verlagen, verleiden, in slaap sussen of aanklagen en tot slot God imiteren.
Ga dat rijtje eens voor jezelf na: Klopt dit of niet?
Dan is een logische vraag hoe moeten we dit oplossen? Oosterse religie leert Yin Yang. Een balans tussen zwart en wit, tussen goed en kwaad. Een verleiding waar de kerk ook eeuwen voor is gezwicht, tegenover zonde moet je goede werken of boete zetten. Dat is niet gek. Zo zit het menselijk denken nu eenmaal in elkaar. Het spijt mij alleen (of juist niet) dat dit niet zo werkt. Als zwart (noem het kwade) met wit (het goede) meng wordt het grijs. Hoeveel wit je ook toevoegt, het is wetenschappelijk onmogelijk nog ooit weer wit worden. Daarom klopt de leer van Yin Yang ook niet. Wit met zwart gemengd, kan alleen nog wit worden als alles wordt verwijderd en wordt vervangen door puur wit. Nu vraagt God van ons dat wij heilig zijn, zuiver wit. Dat is onmogelijk geworden. Hoe hard we onze best ook doen – en dat moeten we ook doen – het zal altijd grijs blijven. We worden nooit rein. Hoe hard je ook werkt, je verdienste blijft de eeuwige dood. En daar komt dan weer de genade: Al het zwarte en grijze wordt van het schilderdoek geschraapt en vervangen door het wit van de reinheid en heiligheid van Jezus Christus. Hij vraagt slechts één ding: Geef jouw schilderdoek, jouw hart, jouw leven, aan Mij! Dan zal Hij het smetteloos wit maken. Dat is genade! Eeuwige dood en wroeging van al je fouten en zonden herbeleven, over en over, is wat we verdienen. Maar Hij wil je eeuwige reinheid en heiligheid geven. Zonder smet en zonder rimpel.
En dan komen we bij de derde betekenis van wat God tegen de slang en Eva zei: Met nageslacht kan je alle kinderen en kleinkinderen van Eva bedoelen, maar ook de belangrijkste van haar kinderen. En dan komen we uit bij de beloofde Messias, Jezus Christus. In Hem zien we de ultieme confrontatie op Golgotha probeerde de Oude Slang er voor altijd een einde aan te maken, maar Christus verwondde hem dodelijk. Een dodelijk gewonde slang is op zijn gevaarlijkst. Hij gaat nu rond als een briesende leeuw, zoekende wie hij kan verslinden. Maar zijn kracht neemt af en hij zal proberen al zijn gif bijtend te verspreiden en zoveel mogelijk slachtoffers te maken. Daarna zal zijn kop onder Jezus’ voet worden vermorzeld en voor eeuwig in de poel van vuur worden geworpen. Daarmee komt er definitief een einde aan het kwaad in de wereld. (Openbaringen 20).
Ook hierin zien we de genade: De wereld had verdiend dat het kwaad zou overheersen, maar God bleef zorgen dat het goede onder de mensen bleef tot het einde van de tijd. Daarna zal Hij alle gereinigde van de aarde wegnemen. De aarde met vuur louteren als goud. En tot slot een nieuwe aarde laten ontstaan waarop de vrede en volmaaktheid zal regeren. Hij had op enig moment de aarde uit haar baan kunnen laten vliegen en te pletter slaan. Maar Hij had Zijn schepping lief. Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem geloofd niet verloren gaat, maar het eeuwige leven heeft! Dat is genade ten top!
Dus we zien drie betekenissen:
- De natuur: Vijandschap tussen slangen en mensen
- De mensheid: De strijd tussen hen die God willen volgen in het goede en zij die het kwaad, zichzelf, geld en macht liefhebben en navolgen.
- Geestelijk: de strijd tussen Christus en satan
Er zijn twee gescheiden werelden: Goed en Kwaad +. En daartussen bevindt zich de brug van Genade. Het woord ‘genade’ bleek op het schoolplein verkeerd te worden gebruikt, maar in één ding was het correct: Het vroeg volledige overgave. Niet nog proberen jezelf er onderuit te vechten, niet meer spartelen, maar alles overgeven. God houd je echter niet in de wurggreep. Nee Hij laat je vrij. Je ligt niet met je gezicht in de modder gedrukt. Nee, je lig op je rug en Hij staat voor je met een uitgestoken hand, terwijl je blikt in Zijn vriendelijk aangezicht.
‘Maar’, zal je zeggen, ‘dat is allemaal mooi en waar, het probleem is daarmee niet opgelost. Ik geloof dat Hij al mijn zonden vergeven heeft. Maar ja, daarna maak ik er weer een zooitje van. Oude zonden die ik had afgezworen heb ik weer opgepakt’. Inderdaad, op je witte schilderdoek zitten weer zwarte stipjes. Je kunt poetsen en het wordt grijs. Je kunt zelf nog zoveel witte verf van goede werken toevoegen, maar het blijft grijs. Sterker nog er zal steeds meer zwart ook worden toegevoegd. Hoe harder je het probeert om goed te doen, hoe grijzer het doek wordt. Belijdt je zonden concreet aan God en Hij zal je opnieuw vergeven. Hoe vaak zal Hij je dan vergeven? Oneindig tot de dag van je dood. Hoe ik dat weet? Omdat Jezus ons leerde dat wij onze broeder 70x7x moeten vergeven. Dat bekend zonder einde. Wat God nooit en dan ook nooit heeft gedaan, is van ons mensen iets te vragen, waar Hij zelf niet aan voldoet.
Maar wat is dan het nut van vroeg je hart aan God te geven, als zonde een oneindige cyclus tot de dood blijft? In de eerste plaats weerhoudt het je van zonden en daarmee God en anderen te kwetsen, omdat je uit liefde dit niet wilt.
Ten tweede weet je niet te hoeven wanhopen. Als jij alleen op zolderkamertje sta te modderen op een schilderij wat je nooit meer wit krijgt, krijgt de wanhoop de overhand. In eerste instantie zie je in de schemer niet dat, wat jij voor wit hield grijs is, totdat zelfs in het schemer het zichtbaar wordt. Uiteindelijk: Je accepteert dat het zwart of grijs is of je begint in woede om je heen te slaan of je blijf wanhopig aanmodderen, terwijl je doel onbereikbaar is. Kom dan in het atelier van Jezus Christus. Hier is het licht zal je elke oneffenheid zien en niet kunnen verbergen. Je schaam je voor het resultaat kapot. Maar Hij zal het afschrapen en je een wit doek teruggeven. Je mag in alle kleuren aan de slag die het licht voortbrengt, zolang je geen zwart gebruikt. Of heb jij wel eens zwart in de regenboog gezien? Nee toch? En komt het er toch op, dan staat Hij achter je reeds gereed om je doek weet wit te maken. Maar Hij trekt niet jouw schilderdoek van de ezel. Nee, je zult deze aan Hem moeten geven uit vrije wil. Dan zal Hij ook zeggen: “Ik wil hem aanpakken, maar vertel mij wat er mis mee is. Ik wil inzicht zien.” Bidden: “Heere, vergeef al mijn zonde die ik heb gedaan” is goed, maar asl je niet vertel wat je hebt gedaan, dan is er geen inzicht en zonder inzicht is er geen berouw, noch verandering. Dat kan je bidden zonder in de spiegel te kijken. En al dwaal je 1000x af, Hij zal je genadig zijn, want Hij is de Genade. Snap je nu waarom God tot Paulus sprak: Mijn genade is voor u genoeg? Frustreert het je dan nooit dat je weer op een wit doek moet beginnen? Jawel, maar dan zegt Zijn stem: Mijn genade is voor u genoeg! Dan leer je blij te zijn met een wit doek. Omdat je weer opnieuw moet beginnen? Nee, omdat al je fouten weg zijn. Elke mislukking is uitgewist. Welke leraar houdt het vol om 17 jaar, 20 jaar, 44 jaar, 50 jaar, 65 jaar of zelf 80 jaar dit vol te houden? Geen mens, maar Jezus alleen – in de genade van God.
Paulus zegt in Rom 5:16 iets heel moois: Om 1 zonde krijgen we de verdoemenis. Dat is 1 op 1. Lik op stuk. Maar slechts 1 genadegave bij vele overtredingen brengt ons tot rechtvaardigmaking!
Kinderen van God, wanhoop niet over je zonden! Genade is zo’n groot cadeau dat je deze met beide handen moet aanpakken. En als satan langs komt met zijn verleidingen en je deze aanneem, dan moet je eerst de genade uit je handen laten vallen. Maar dan staat Jezus reeds met diezelfde genade in Zijn handen voor je en zegt: Laat die kleine cadeautjes van satan los, zodat je met lege handen staat, dan kan ik de genade die je reeds eerder hebt ontvangen in je handen leggen. Beide vasthouden kan niet. Besef dat wel. Maar daarom is er steeds vergeving er is niet steeds nieuwe genade nodig, maar Hij geeft je wat je reeds van Hem dan had ontvangen, als Hij eenmaal je zonden heeft vergeven.
Heb je dit nooit ontvangen? Arm mens, laat dan alles los en strek je handen uit en Hij zal jou hetzelfde geven! Dat is genade!
Ik kan het vaak hebben hoe Gods Woord ons leert te leven en dat is hard nodig, omdat die stem tot zwijgen wordt gebracht. Maar nooit mag dit tot gevolg hebben dat wij gaan werken om genade te verdienen. Dat is geen genade dat is loon! En geloof mij loon voor het beste leven is mager en slechts voor deze tijd bij de genade die voor eeuwig is. Amen
Geef een reactie