Psalm 1 – Eeuwig leven is al begonnen


Leestijd: 18 minuten

We hebben Pasen net achter ons liggen. Reeds voor de lijdenstijd had ik het op mijn hart om een keer te spreken over psalm 1. Om twee redenen legde de Heilige Geest dit op mijn hart. In de eerste plaats vanwege het allereerste woord van het Boek der Psalmen. En in de tweede plaats vanwege het beeld in deze psalm. Beide zal ik vanmiddag behandelen. De titel is misschien wat vreemd, maar geloof mij dat het beeld uit Psalm 1 je laat zien dat het realiteit is: Het eeuwig leven is al begonnen! Voor wie, zal ook blijken, namelijk voor de welgelukzalige man, die wandelt in Gods geboden. In Zijn Thora.

Zingen: 244 Welzalig is de man die niet wandelt

{youtube}https://youtu.be/DEnkvhZprpk{/youtube} 

Schriftlezing

{tip id=”540″}Psalm 1{/tip} >>>

Opname en Disclaimer

De onderstaande tekst wijkt af van het gesproken woord, omdat dit een preekschets betreft. Deze keer ook een vrij uitgebreide tekst. De gesproken woorden in de video-opname is dus een ingekorte versie en aangepast op zoals de Geest het leidt.

 Afspelen opname Psalm 1 – Eeuwig leven is al begonnen 

{gallery}Psalm1{/gallery}

Deel 1 Inleiding op Psalm 1

1.1 Inleiding en proloog

Vooraf is het goed om te weten dat Psalm 1 en 2 eigenlijk geen psalmen zijn. Gelukkig worden ze wel zo gebruikt, maar ze zijn het niet. Dat kan je eigenlijk gelijk al zien. Boven een psalm staat eigenlijk altijd een aanhef. Bijvoorbeeld: ‚Een psalm van David voor de koorleider‘. Daarin wordt al dan niet vermeld wie de dichter is, welke gebeurtenis er aan is gekoppeld (zoals bijvoorbeeld als David op de vlucht is voor zijn zoon Absalom of voor koning Saul) en er wordt vermeld voor wie die bedoeld is en soms ook hoe je de psalm moet gebruiken (bijvoorbeeld uitvoeren met koperinstrumenten of uitvoeren met koperinstrumenten of klagelijk). Niet elke item hoeft te worden benoemd. Het zou vreemd zijn als gelijk bij de eerste psalm een stukje van de tekst zou ontbreken. De reden dat boven de eerste twee psalmen geen aanhef staat, is omdat het een inleiding is. Deze inleiding bestaat uit twee delen: Een proloog en de inleiding zelf. De 1e psalm geeft in de proloog aan hoe de psalmen, die in het verlengde van de wet, de Thora, liggen, een persoonlijke uiting is van emoties die gekoppeld zijn aan beloftes en waarschuwingen. Soms verteld een psalm hoe een persoon de fout in is gegaan, de andere keer dat een ander je onrecht aandoet en vaak wordt er dan beroep gedaan op Gods beloften van zegen of vloek. Als het om fouten gaan, wordt er vergeving gevraagd en altijd draait het dan om herstel. Dus dat gaat om de relatie tussen jou en God. Later is de inleiding gebruikt om uit te werken naar een psalm en die vind je in je Bijbel als Psalm 112. Psalm 2 laat het tweede filter van de psalmen zien: De relatie van God met Israel en de omringende heidenvolken. God had er reeds oog voor dat de Psalmen wel in en door Israel is geschreven, maar buiten Israel 3000 later nog steeds het meest geliefde boek in de Bijbel is, maar niet altijd juist zou worden begrepen, zonder deze eerste inleidende proloog.

1.2 Welgelukzalig

1.2.1 Uitroep

Het allereerste woord van het boek is in het Hebreeuws Asjre. Dat is een bijzonder woord wat in het hedendaags Nederlands geen plaats meer heeft. Er komen veel nieuwe woorden bij, maar er is ook erosie in de taal. Dit woordje wordt door de HSV vertaald met ‚welzalig‘ en andere vertalingen zeggen ‚gelukkig‘. Asjer is echter een uitspatting van positieve emotie. Het is een uitroep, zoals je nu bijvoorbeeld keihard ‚yes!‘ roep als je 1000 euro win. De SV geeft de meest zuivere vertaling aan dit woordje: Welgelukzalig. Dat kunnen we splitsen in drie woorden: Wel, geluk en zalig. Ieder volgend deelwoord is de overtreffende trap van het voorgaande deelwoord. Wel of goed is hetzelfde. Als ik vraag: Hoe gaat het? En ik zeg ‚goed‘ dan is dat neutraal positief. Als ik zeg: Super man, ik ben zo gelukkig! Dan zit je wel erg goed in je vel. Maar als je zegt ‚zalig‘ dan kan het niet meer van je worden geroofd. Dus wel-geluk-zalig is een ongekende vorm van geluk, wat grenst aan het woord ‚hemels‘.  

1.2.2 Lichaam, ziel en geest

Er zit nog een mooie laag in dit oude Nederlandse woordje. Zoals jullie weten bestaat de mens uit 3 delen: Lichaam, ziel en geest. Wel, komt vanaf welzijn en gaat over je fysieke geluk. Gezondheid en materiële zaken. De ziel herbergt je persoonlijkheid en emoties. Geluk is geen fysieke zaak, emotie en ben je gelukkig, dan is je zelfbeeld vaak ook positief. Tot slot hebben we ook een geest1, die God in ons heeft gelegd. Deze is in dit leven voornamelijk aan ons lichaam verbonden en verlaat het lichaam, net voor of op het moment dat de dood intreed. Deze keert terug tot de Schepper en het lichaam tot de aarde waar het uitgemaakt is. God zal over de geest rechtspreken. Indien het goed is tussen jou en God heb je toegang tot de zaligheid. Wat een power zit er in dit ene woordje. Welgelukzalig! 

1.3 Verdeling van de boeken met psalmen

Zoals gezegd vormen Psalm 1 en 2 de inleiding op het Boek der Psalmen. En dat zie je ook mooi, omdat Psalm 2 ook weer eindigt met het woordje ‚welgelukzalig’: Allen die op Hem vertrouwen zijn welgelukzalig!

Met deze vreugdevolle uitroep begint deze psalm, ja het hele Boek der Psalmen begint met een juichkreet van geluk. Het Boek der Psalmen is niet 1 boek maar 5 boeken. 

  • Het 1e boek eindigt met Psalm 41, met de woorden: Welgelukzalig is hij die zich verstandig gedraagt. 
  • Het 2e deel begint in Psalm 42 met het verlangen om God te zien: Wanneer zal ik binnengaan en voor Uw aangezicht verschijnen? En het eindigt in Psalm 72 op Davids sterfbed als hij voor de poort staat om voor God te verschijnen. 
  • Het 3e boek start met Psalm 73 waar Asaf, die door teleurstelling van Gods pad was afgeweken. Het eindigt in Psalm 89 met Ethan ontdekt dat het pad van God veel tegengas en tegenslag krijgt, maar uiteindelijk door God gezegend is. 
  • Deel 4 start met een lied van Mozes als ze uit Egypte zijn verlost en naar het Beloofde Land gaan en eindigt met een lof- en klaaglied in ballingschap in het verlangen weer terug te keren naar het Beloofde Land. 
  • Deel 5 zijn lofpsalmen en begint dan ook met Loof de Heere, want Hij is goed. En eindigt in Psalm 150 met alles wat adem heeft love de Heere. Halleluja! Mooi he hoe het in elkaar zit? 

1.4 Gehoorzaam en afhankelijk leven

Welgelukzalig is dus een baken in de tekst. Dit woord komt diverse keren voor in de Bijbel en altijd gaat het over 2 dingen: Gehoorzaam leven naar en in Gods Wet en je hulp van Hem verwachten. Het is heel westers om te denken dat geluk afhankelijk is van zelfstandig leven, maar we zien het tegendeel als het om het leven met God gaat, als het om ‚welgelukzalig‘ leven gaat. Daar zien we een afhankelijk leven met God. Want wie is er welgelukzalig? De man die niet wandelt in de raad van de goddelozen. De schrijver maakt van deze proloog ook een poëtisch leerspel van. Elke regel kent zijn tegenhanger in de andere helft van de psalm. (Zie afbeelding) Zo zijn er ook twee tegenspelers in deze tekst, de rechtvaardige en de goddeloze. Iemand die recht-vaardig is, heeft dus ervaring in het recht doen of is vaardig in de wet, waar het recht aan is ontleend, goed beheerst. Het gaat dus zowel om kennis van Gods Woord hebben als ook in de daad er om er afhankelijk naar te leven.

1.5 Goddeloze

De tegenhanger is de godde-loze. Iemand die zonder God leeft. Of anders genoemd een wette-loze, iemand die juist zonder de Wet, de Thora, dus Gods Woord leeft.  Dat maakt niet een ieder tot een wild beest. Je kan ook een fatsoenlijk leven leiden in de ogen van de maatschappij, maar toch volledig zonder God leven. Als ongelovigen aan geloven denken, dan denkt men vaak aan wetten en regels en dat voelt als knellende touwen waarmee je wordt gebonden. Dan gaat men door in het goddeloze leven en wordt het een bandeloos leven. De gedachten: 

  • ‚Ik ben een zelfdenkend mens‘, 
  • ‚Ik kan zelf wel beslissen wat ik doe‘, 
  • ‚Wie zegt mij wat goed en fout is? Goed en fout is een kwestie van perceptie‘

Het woordje rasha wat is vertaald met goddelozen is een veelzijdig woord. Het is eveneens een telwoord voor 10, als zijnde vol geworden. Vol van het kwaad. Het gaat dus om mensen die zich hebben overgegeven aan de zonden. 

Je kan ook de naam Rasha dragen betekend: Hij die een ander pad kiest. Of in het Arabisch: Een jonge gazelle of hert. Met andere woorden lichtvoetig of iemand die alle kanten op dartelt. Zo is het met wie zonder God leeft. Je gaat wegen maken, wat geen wegen zijn wat je van Gods pad afbrengt. Als een jonge ree ren je achter alles aan wat er leuk uitziet, maar ziet geen enkel gevaar. Wat is er mis om van het pad af te gaan? Daar is het mooier en als je 2x dezelfde route heb gelopen is ook daar een pad gekomen. Tenslotte ervaar je ook Gods wegen niet altijd als gebaande wegen. Dat klopt. Gods pad zit soms vol met kuilen. Weet je waarom? Dat zal ik duidelijk maken aan de hand van een voorbeeld, waarmee we gelijk bij het centrum van de psalm komen. Bij mijn ouderlijk huis is een bos, met daarin een ven. Deze lag verborgen in moerassig gebied. Dat pad was smal en ongelijkmatig. Overal om je heen groeide mooi groen in de warme periode en in de koude periode was het mooi vlak met bladeren eroverheen. En ja, je kon vaak best naast het pad lopen, maar nooit wist je of je voet niet opeens wegzakte. Dat pad was veilig ook al liep het oncomfortabel. Helaas ligt het niet meer verborgen, maar destijds wel. Graag kwam ik daar om alleen te zijn en klom ik in de knot van een wilg. Ik was daar zondagssmiddags graag, daar kon ik rustig alleen met God en mijn gedachten zijn. Hoewel het zondagssmiddags stil in huis was, vond ik daar nooit de rust die ik nodig had. Op deze plaats voelde het of de schepping en de Schepper nog dicht bij elkaar waren. Het was voor mij een verborgen stukje paradijs, waar ik met God kon wandelen. 

Deel 2 Leven als een wilg

2.1 Nabij water

Psalm 1 kent een gekantelde driehoek opbouw, zoals jullie bij het lezen van de psalm al hebben gezien. Het eerste vers is gekoppeld aan het laatste. Het tweede aan het een na laatste, enz. Ik wil vandaag echter jullie aandacht vooral vestigen op het midden. Daar bereikt de tekst de climax. Daar lezen we over een boom waar geen soort bij wordt genoemd. Of eigenlijk wordt er gesproken over iets wat je zou kunnen vertalen als hout of takken. Verder lezen we dat deze aan waterbeken zijn geplant. Wilg komt van 2 Keltische woorden wat betekend nabij water. En normaal gebruiken we in het Nederlands veel te veel woorden ten opzichte van de Hebreeuwse tekst, maar in dit is een uitzonderingsgeval. In het Hebreeuws staan hier 2 woorden, namelijk stroom en water. Een uniek geval in Israel, want het was een land met weinig natuurlijk stromend water dan in de Jordaan en beekjes die hier uit voortkwamen. Joden zijn gigantisch goed om potentie in land te zien en dit in cultuur te brengen. Niemand zou zijn huis strak op de Jordaan bouwen, want deze treed fors uit zijn oevers en kent in sommige tijden een zeer sterke stroming. Dat is dus geschikt voor grasland en tegen de hellingen wijnbouw. Maar dat is ongeschikt om te wonen. Dus wordt hier wel gesproken over fruitbomen planten? Nee, het gaat hier over het werk van de natuur. Ik durf te stellen dat het hier over een wilg gaat. Om het beeld goed te vatten, moeten we ons een beetje verdiepen in deze boom. Een wilg is een pioniersorganisme. Dat betekend dat het bij voorkeur gaat groeien op een plek waar nog weinig variatie is. Een wilg kan elk weer overleven, maar geeft de voorkeur aan veel water, omdat het behoort tot de snelst groeiende bomen. Niet in hoogte, maar vooral in het schieten van jonge takken, van vaak wel enkele meters lang. Het is een van de bomen die bijna een eeuwig leven hebben. 

2.2 Vrucht

Jullie hebben de afgelopen weken mogelijk wel gezien dat er groen, gele bolletjes aangroeide of witte pluizenbolletjes. Dat noemen we katjes. Dit gebeurt alleen als de tak in zijn 1e jaar is. Het volgende jaar groeit er alleen nog blad en wordt het hout minder sappig en taaier. Daarom zegt de psalmist ook ‚die zijn vrucht geeft op zijn tijd‘. Hij heeft hiervoor een vastgestelde tijd en daarna is het over. Die katjes zitten vol zaadjes, die zich makkelijk door de wind laten meevoeren. Ondanks dat een boom tienduizenden zaadjes jaarlijks verspreid, komt er maar her en der één tot ontkiemen. 

2.3 Kracht

Als het hard waait blijkt hoe buigzaam het hout is. Daardoor is het ideaal om manden van te vlechten. Maar het zorgt ook dat de boom niet breekt. Want de grond waar hij is staat is drassig. Vele andere boomsoorten zouden niet staande blijven. De wilg echter wel. Dat komt omdat hij buigt in de storm, maar daarna ook weer terugveert. Maar dat is niet het enige. Mogelijk heb je wel eens gezien dat wilgen altijd schuin gegroeit zijn. Dat komt echter niet uitsluitend doordat ze flexibel zijn. 

  1. Want in de eerste plaats ook, omdat ze heel veel licht nodig hebben. Als ze onvoldoende licht krijgen, stopt hij met energie in die takken te stoppen en gaat het naar de takken die naar het licht rijken. 
  1. In de tweede plaats heeft dit met de windrichting en windkracht te maken. Als de wind begint te rukken aan een wilg, schiet de wilg wortels die zich bijna horizontaal verspreiden. De wortels groeien zo ver als de schaduw van de boom over het land zich verspreid. En gelijk kunnen de wortels enorm diep schieten als het zich moet vastzetten. De wind kan een eik omtrekken, maar een compleet stuk land er uitrukken, lukt bijna niet. 
  1. In de derde plaats gaat het andere deel van de wortels niet de breedte in maar de diepte in, het water in. Het zoekt het grondwater op en zet zijn wortels in het stromende water. Je ziet dit meestal niet, omdat de oever verplaatst bij een wilg. In bogen groeiend de wortels het water in, vervolgens valt het dode blad af en blijft op de wortels liggen. Deze vergaan in een mum van tijd tot compost en binnen een paar jaar is er een nieuw stuk land geboren. Alleen wie onderwater duikt ziet dat er een heel grottenstelsel onder de boom zit. Wat jij en ik voor land houden is een zwevend eiland, terwijl onder je voeten een ongekend prachtige wereld is ontstaan van vissen, planten en waterdieren. 

De wind kan echter wel takken van de boom afscheuren, maar als deze op een vochtige plek vallen – en dat is bij een wilg bijna altijd het geval, omdat hij aan het water groeit – beginnen ze binnen een paar dagen al wortels te schieten. En takken die als dood hout, zonder enig groen op de grond liggen komen tot leven en gaan jong blad geven en zullen in het daarop volgende jaar reeds de eerste vruchten laten groeien. Maar omdat ze in drassig land staan, zijn ze vatbaar voor allerlei ongedierte en schimmels. Hierdoor verrot een deel van de boom. Maar eigenlijk is een wilg nooit zo dood dat hij vergaat. Een deel van de stam rot weg, soms blijft er 10% van de stam over, een holle boom dus. In die holtes vallen echter de snel composterende blaadjes en de kort overlevende zaadjes. De regen en dauw houd deze plek vochtig en de kort overlevende zaadjes, kunnen hier makkelijk overleven. De wortels groeien in de rottende stam en al snel groeit er een boom in een boom en de boom die stervende leek te zijn leeft door en ken hierdoor bijna een eeuwig leven. Zelfs als de bliksem in de boom slaat, overleeft hij. Ook al is hij verbrand en misschien wel in drieën gespleten. 

3. De betekenis van de wilg

Maar de biologieles is voorbij. Zoals je begrijpt is dit een allegorie. God zelf is een stroom van levend water, dat stroomt door een droog en dorstig land. Je ziel dus. Daar groeit in eerste instantie niks. Totdat er een tak van een wilg wordt meegevoerd en in dat drassige braakland valt. Die afgerukte tak kan een losse bijbeltekst zijn, een opmerking, een boodschap op een flyer of billboard. Van zichzelf zijn dat dode zaken, toch zet wortels. Die ene tekst die je vaker heb gelezen of een opmerking die over iets heel anders ging, komt terug en blijft resoneren in je geest. En zie daar, het krijgt jonge takken en blaadjes. Dat zijn de vruchten van de Geest. De blaadjes vallen gedurende het hele jaar af. We moeten zo eerlijk zijn dat je geen heilige bent geworden, goede daden sneuvelen, oude sleur komt terug, de ontvangen gave van de Heilige Geest heb je wel ontvangen, maar je gebruik ze (bijna) niet. Dan vallen deze mooie blaadjes af. 

Maar sommige soorten wilgen blijven altijd groen. Er komen nieuwe blaadjes, indien je wortels zich uitstrekken naar het Levende Water. Zelfs als ze geen blaadjes dragen blijven de takken van de treurwilg felgroen. 

Zo gaat het water vele mensen voorbij, totdat er een afgescheurde tak, een misschien beschadigde of uitgestoten gelovige aan Gods water komt. Het water, de Geest en het Woord van God, voedt hem en dan komt hij tot leven. In de zomerperiode kan hij snel groeien en evenzo de gelovige. Hij kan in een aangenaam klimaat snel opgroeien in het geloof. Natuurlijk hij is beschadigd, maar het heeft nieuw leven voortgebracht. Maar het blijft niet mooi weer in Gods wereld. De wind blaast door je leven en er komen tegenslagen. En jij begin je mooie helder groene blaadjes te verliezen. Heel veel van je mooie groei in je geloof lijkt nutteloos neer te vallen. Maar even als die wilg, besef je lang niet altijd dat je in de groene tijd, je Schepper eer hebt bewezen. En nu komt de zware tijd, waarin er delen van je moeten afsterven. Maar jouw bloei is niet voor niks geweest. Zij vormen de bodem voor nieuwe wilgen, maar maken de grond ook vruchtbaar waardoor er na een paar jaar ook eiken en populieren gaan groeien. Siert het je niet als je je vruchten en bladeren laat vallen, omdat je niet je blijft uitstrekken naar het Levende Water, maar zelfs de afgevallen bladeren, zijn toch de voeding van jouw boom en de bomen en planten, de mensen om je heen. Je ziet waar wilgen staan, de grond vruchtbaar wordt. Uiteraard hoe vruchtbaarder de boom, hoe vruchtbaarder de aarde. Een wilg kan bijna eeuwig leven, op wat hij aan vruchten en blad van zijn Schepper ontvangt, verliest en opnieuw krijgt. Op de grond van kwetsbare verdorde vruchten en blaadjes, beginnen juist sterke rijzige bomen te groeien. Mensen met veel invloed teren, zonder dat jij het beseft, op wat God jou heeft gegeven. Jij ziet niet de niet wat God in het verborgenen met jouw vrucht heeft gedaan. De blaadjes van de wilg zijn zacht, klein en kwetsbaar. Niet indrukwekkend, het zijn één van de kleinste boomblaadjes. Een eik heeft bijna 30 tot wel 100x zo’n groot blad. Maar die ‚succesvolle christen‘ zou niet tot groei zijn gekomen, zonder de vele kleine werken die jij voor God hebt mogen doen. En ja, jouw wilg zal zich waarschijnlijk nietig voelen tegenover die imposante eik of succeschristen. Hij trekt volle zalen en jij doe het met wat je bent. Maar let eens op de uitwerking. Die eik kan makkelijk zijn, vrucht, de eikels of vele bekeerlingen laten vallen en overal jonge boompjes laten opgroeien. Maar de meeste verstikken, nadat ze spoedig opkwamen met een taaie steel en gelijk voorzien van bladeren. De massapredikers trekken volle zalen, soms met duizenden mensen. Maar hun geloof is vaak groot bij aanvang, maar vele verdwijnen al snel en er is niemand die het opmerkt tussen de duizenden aanhangers en door gebrek aan zorg en samenbinding. De eik laat ieder najaar honderden eikels vallen. Ze vallen op de grond, schieten bij wat vochtige grond overal loten uit de grond, maar zelden groeit er 1 op tot een nieuwe sterke eik. Mensen zijn net zo gezien als dat je op een stadion-popconcert bent. Als een storm grip krijgt op de eik, kan hij in eerste instantie meer hebben dan de nietige wilg. Maar zodra hij valt, is zijn leven over, terwijl de wilg eeuwig leven heeft. 

Even als de wilg zien we vaak niet het vrucht op ons werk. Ga evangeliseren en 1 op de hoeveel komt tot geloof? Hopelijk mag je het een paar keer meemaken in je leven. Even als die wilg, verspreid je tienduizenden zaadjes. Maar staar je er niet blind op. Jou leven kent ook stormen en hoe pijn het ook doet, er worden delen van je afgerukt. Ze vallen neer en gaan dood. Maar als er ook maar een druppel leven in zit en het water van Gods Geest raakt het aan, dan komt er nieuw leven uit voort. 

En dat nieuwe leven draagt vrucht precies op de juiste tijd, in het eerste jaar. Een christen is het meest vruchtbaar als hij gelijk handelt nadat God hem heeft bekeerd. Hij is onervaren, maar wel vurig van geest en vruchtbaar. 

Is hij daarna nutteloos geworden? Nee, want er groeien nu takken aan. Ja ze zijn stugger en dan is de kans groter dat ze breken. Iemand die langere tijd tot geloof is gekomen, wordt vaak ook wat star en stram. Als er dan iets in je leven gebeurt gaat dat ten koste van sommige van je takken. Zij breken af en vallen neer. En wat zie je dan gebeuren. De takken die dik, stam en star zijn geworden, kunnen bij harde wind wel overleven, maar als er storm of een orkaan uitbarst in je leven, zwiepen ze als enorme zwepen heen en weer, heen en weer. Maar slechts het uiteinde van de tak dat groen is en nog niet bruin is flexibel, maar elke rukwind duwt dat dikke stugge hout heen en weer, zonder dat hij ook maar enige ruimte wil bieden en dan ontstaan er scheuren en ten slotte breekt het af. Zo is het ook met gelovige die zich voeden met de Waarheid. En die Waarheid groeit met inzicht en verse geloofsdaden, maar toch verzwakt de tak. Die jonge uiteinde zijn anders van kleur en de meeste voeding gaat daar naar toe. Je denken is star geworden. Waardoor? Omdat je de kracht er in heb ontdekt en dat heb gemaakt tot jouw bezit. Er zijn wel vruchten, maar de starheid bederft het. Veel vocht gaat op in de lange weg naar het groen, naar de nieuwe vruchten. En dan gaat het stormen. Er wordt vaak beweerd dat God geen slechte dingen in je leven stuurt als ziekte, ongeluk, verdriet of depressie. Dat klopt maar tot zekere hoogte. Hij is zowel de Heer van het leven als ook van alle andere elementen. Jouw oudere geloofstakken hebben wel nut, ze hebben de Waarheid, maar hun kwaal is dat ze menen dat het groene afhankelijk is van hun inzet. Dan is het tijd dat ze worden afgerukt. Denk maar aan Jezus gelijkenis van de Landman die de ranken snoeit. En zo moet de wilg zijn oude takken kwijt, anders worden zijn vruchten minimaal. Dit noemen we knotten bij een wilg. Jonge takken worden van de stam gesneden. Zij zijn de jongeren die in de kracht van hun leven worden weggenomen, vaak na een krachtig getuigenis, want ze waren direct verbonden met de stam, met Christus. De overjarige takken worden juist hoger afgezaagd, zodat meerdere jonge takken uit hen voorkomen. Jong gelovigen hebben de ervare en stabiele gelovige nodig. Zij kunnen zich zo stevig vestigen in de sappen uit Christus’ stam. 

En moet je eens bij een wilg kijken, als er oude takken zijn afgerukt. Dan gaat er soms een heel stuk van de stam mee, omdat die dor is geworden of ziek. En dan valt die oude tak op de grond en gaat dood. Waarom? Omdat het dikke hout stug is en weigert flexibel te zijn en als een haak in de lucht blijven steken. Dat stugge uiteinde buigt niet tot hij in het water en modder beland. Zo is het ook als mensen in geloof stug zijn geworden, dan volharden ze daar vaak in tot hun dood, ook al is de tak al lang afgerukt. Is er dan geen hoop meer? Jazeker! Want het wonderlijke aan de wilg is dat het niet afhankelijk is van het stugge kromme stuk wat is afgerukt. Dat laatste stukje van de andere kant van de tak had nog levenssappen en blaadjes. Die is zo kwetsbaar, dat die in de modder wegzakt. De blaadjes die het had rotten weg, maar dan beginnen er wortels aan de zijkant van het dunnen uiteinde te groeien. God rukt jouw stugge takken op een gegeven moment af. Laat deze dan los, want God heeft jouw grote daden niet nodig. Hij brengt leven uit de kleine kwetsbare geloofsdaden die je heb gedaan. De kracht van de wilg zit niet in het sterke hout, maar in het groene kwetsbare hout. 

En daar is het Godswonder, op de plek van die oude takken groeien in het voorjaar een stuk of 3-5 jonge groene takken, die katjes vruchten voortbrengen. Die oude tak bracht geen vrucht meer voort, maar in de wond van je ziel, waar de Heere van je heeft afgenomen, komt nieuw leven en vruchten voort. Ja er blijft altijd een duidelijke wond in de wilg achter, daar gaat water in staan en beestjes en bladeren komen er in. Het gaat rotten en stinken. Maar weet je wat zo mooi is. In die stinkende wond vallen zaden van bloemen en deze komen hier tot leven. Hoe pijnlijk de wond ook is, het brengt uiteindelijk meer voort dan dat het had. Niet langer een grote sterke stugge tak, maar nieuwe takken vol nieuw geestelijk leven en vruchten van de Geest en in het midden daarvan bloeit een geheel nieuw leven op. Bloemen die niet bij de wilg horen. Jezus zegt dat wij grotere dingen zullen doen als Hij op aarde heeft gedaan. God verrast Zijn kinderen met nieuwe geloofsdaden en nieuwe gaven. In de pijnlijkste periode van mijn leven stortte de Heilige Geest Zijn gaven uit. In die tijd kwamen er wonderen voort uit de Geest en het waren dingen waarin ik niet was onderlegt. Maar de wortels van die geestelijke bloemen, waren in Gods Woord, maar ik was tot die tijd blind voor deze waarheid. 

Maar hoe mooi dit ook is, God heeft een beter perspectief: Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt. Nu vallen er blaadjes af, soms rijp, maar uitgedroogd. Echter ook jonge blaadjes vallen in de bloei van hun leven. Ze vallen als de wortels zich niet uitstrekken naar het Levende Water. Maar Gods kinderen zullen aan eeuwige waterbeken staan.  Ze hoeven zich niet langer uit te strekken, maar het koele heldere water zal hen de hele dag omringen. Het is Jezus zelf die in Zijn Openbaringen aan Johannes verteld wanneer de tijd is dat de vrucht niet afvalt. Dat wordt een feit in de eeuwigheid. Maar de wilg is nu al gepoot aan waterstromen en geeft zijn vrucht op zijn tijd. Als je tot de welgelukzaligen behoor, ben je nu begonnen met groene takken te dragen met vruchten. Ook al vallen ze relatief snel af, je draagt en moet je blijven uitstrekken naar leven en nieuw leven. Veracht het niet als je in braakland sta, want je bent begonnen vruchtbare grond te creëren, zonder dat je je daar van bewust bent. Eeuwig leven is geen toekomst, dat is heden! Maar even als de wilg, plan jij dit niet, maar het gebeurt naar Gods plan. Je hoeft geen Bron van de Eeuwige Jeugd te zoeken als je de Bron van Eeuwig Leven krijgt aangereikt. Je mag wel Gods kind zijn, maar God houd je niet als jeugd, maar bij Hem mag je opgroeien tot een volwassen leven, zodat je tot meer glorie van Hem in Zijn Koninkrijk zult zijn.

Goddelozen

Maar de psalm verteld ook dat het zo niet een ieder zal vergaan. De weg van de goddeloze wordt omgekeerd. De tijd ontbreekt om door te gaan op dit onderwerp. De keerzijde zal zeker een andere keer worden besproken, maar voor nu, voed je met het beeld wat de climax is van deze psalm. Vlucht tot Jezus de Christus en voedt je met het Levende Water, waarvan wordt gezegd, door Hemzelf, dat je deze niet voor geld en inspanning kunt en mag krijgen, maar alleen om niet, dus gratis, kunt ontvangen. Stop met het te proberen te verdienen. Hij wil volkomen in Zijn geven zijn. Hoe voelt het als jij iemand uitnodigt op de koffie en zodra je het inschenk legt hij 2 euro op tafel en als je hem een koekje geeft legt hij nog een euro op tafel. Zou je dat niet beledigen? Zijn gave en offer is een volkomen offer tot vergeving alle zonden. Ken geen rust, totdat je zo’n boom aan waterbeken bent geworden. Of je nu een oude wilg bent, een afgerukte tak of een gevallen vrucht die uitspruit, doet er niet toe. Als je wortels maar in Christus zijn. Of je na jaren wordt omringt door een paradijs aan leven of de pionier bent op braakland, doet er niet direct toe. Een wilg in een paradijs zal wel het meest worden geroemd, maar de wilg die pioniert en leven scheppend is doet er voor jou niet toe. Voor Christus en Zijn Koninkrijk wel. Het zal je wel eens kunnen verassen wie van de twee straks in Gods eeuwigheid meer eer zal ontvangen uit de hand van wie alle eer is. Amen

Zingen: 174 Juicht, want Jezus is Heer’

{youtube}https://youtu.be/jA7vPT4OVcI{/youtube} 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Chat openen
1
Kunnen we je helpen?
Scan de code
Hallo 👋
Kunnen we je helpen? Je kunt makkelijk via Whats App met ons communiceren, op bijna elk moment van de dag. Het maakt niet uit waarover.