Het lied ‚Nearer, my God, to Thee‘ werd in 1841 geschreven. Jaren later, in 1912, toen de Titanic in de golven verdween, bleven het orkest, dit poëtische lied van verlangen naar de hemel spelen tot de zee en de dood de laatste tonen verzwolg. Hoewel er vele vertalingen uit het engels zijn gemaakt, vertellen ze niet op deze bloemrijke wijze het verhaal van de Jakobsladder. Het was Dex‘ haar verlangen om op deze wijze uiting te geven van haar verlangen naar het Vaderhuis. Daarom is voor deze gelegenheid het lied, zo letterlijk mogelijk, omgezet naar poëtische nederlandse taal en zal deze mogelijk afwijken van hoe je het lied kent.
Nader mijn God tot U, steeds dichter bij
Zelfs als mijn kruis verrijst, nader `k tot U
Toch zal mijn lied steeds zijn, dichter bij U mijn God
Dichter bij U mijn God, dichter bij U
Zelfs als ik zwerven moet, de zon verzinkt
Duisternis me overspoeld, rust `k op een steen
Zelfs als ik dromen ga, nader ik tot mijn God
Dichter bij U mijn God, dichter bij U
Als daar de ladder komt, uit ˋs hemels licht
`t Is de genadestond‘, komend God van U
Eng’len wekken mij op, steeds dichter bij mijn God
Dichter bij U mijn God, dichter bij U
Dan stijgt mijn lofgezang, steeds dichter bij
Van Bethel’s stenenplaats, stroomt mijn traan voor U
Mijn pijn brengt mij bij U, U die mijn God wil zijn
Dichter bij U mijn God, dichter bij U
Stijg ik in vreugde op, mijn vleugels wijd
Zon, maan en sterren vrij, glijden daar voorbij
Toch zal mijn lied daar zijn: Nader mijn God tot U
Dichter bij U mijn God, dichter bij U
Daar in mijn Vaders huis, ben ik vreê, vrij
Straks in mijn Heilands schoot, zegent Hij ook mij
Eeuw na de eeuw verglijd, steeds nader, nader bij
Dichter bij U mijn God, dichter bij U
Vertaling door Herman Bos
Geef een reactie