De herders hadden haast om Jezus te zien. Het Kind in de kribbe was niet genoeg om van engelen over te horen, maar ze moesten Jezus zien. Kom laten we in deze Kerstavond met de herders op pad gaan om Jezus te zien, zoals Hij wilde dat wij Hem zouden zien.
De woorden op de vroege Kersavond is uit Lukas 2:15. Daar lezen wij:
En het geschiedde, toen de engelen van hen weggegaan waren naar de hemel, dat de herders tegen elkaar zeiden: Laten wij dan naar Bethlehem gaan en dat woord zien dat er geschied is, dat de Heere ons bekendgemaakt heeft.
Lukas 2:15
Ik wil mij focussen op de woorden van de herders. Zoals ik gewoon ben heb ik deze eerst uit het Grieks letterlijk vertaald en de woorden in een leesbare volgorde gezet. Voor de leesbaarheid heb ik het woordje wij aan de tekst toegevoegd. En dan staat er: Dan reizen wij eerst tot wij in Bethlehem zijn gekomen, om te zien wat tot ons is gesproken en door de Heere ons is bekend gemaakt.
Niets te zien in de nacht
Het is midden in de nacht. Het is aarde donker. Er was niet veel te zien. Het enige licht is het licht van de sterren, de maan en het vuurtje waar ze rond staan. Zeker in de nacht is het geestdodend werk. In de nacht liggen de meeste schapen te slapen en her en der staat er één loom aan een graspol te trekken. De schapen zoeken elkaars warmte op in de nacht en zijn niet zoals overdag over de vlakte verspreid. Wilde dieren blijven wel op afstand door het vuur, dus al te veel hebben de herders niet te doen. Waarschijnlijk zullen ze ook niet alle wakker zijn geweest, maar elkaar hebben afgelost, want morgen moeten ze weer verder trekken. Het is een nacht zoals de andere nachten. Niets wijst op iets bijzonders.
Beschrijving van de herders bij Jezus geboorte
De schapen en kleding van de herders
De herders zijn gekleed in niet fraai uitziende kleding. Ze waren gewoon jassen te dragen van schapenvel, waarvan de mooie wollezijde naar binnen was gekeerd. Dit hield hun lichaam warm. Destijds hielden ze Syrische vetschapen. Dit waren afschuwelijk lelijke schapen om te zien, maar ze hadden het voordeel dat ze zo’n 10 kg vet rond hun kont op. Werden meer dan een meter lang en zo’n 150 kg zwaar. Doordat ze met weinig voedsel veel vet konden opslaan, waren ze uitermate geschikt in een land waar ze niet constant over water en voedsel konden beschikken en leverde zowel goed wol, als ook vet en vlees op. We kennen allemaal wel de gelijkenis van de Goede Herder die het afgedwaalde schaap op zijn schouders nam. Dan moest je sterk zijn, want een lam kan zo’n 40 kg wegen. Dat is wat anders als de schapen die wij hier in Nederland houden. Het voordeel van deze schapenhuiden was, dat ze rijk aan vet waren en zodoende goed de warmte vasthielden en als regenjas functioneerde. Maar het was niet mooi en stonk. Alleen hierdoor waren herders dan ook niet graag geziene gasten op straat.
De instrumenten van de herders
Gewapend met een stok van een meter, met leistenen punten, een slinger, mes en leren emmer gingen ze op pad. Veelal hadden ze ook muziekinstrumenten bij zich, zoals een fluit, snaarinstrument of een trommel. Deze werden gebruikt om de dieren rustig te houden en gelijk zichzelf tijdsverdrijf te geven. De romantische kerstliedjes zingen over de kleine trommelaar, fluiten en luiten. Dat is daadwerkelijk gezien dus ook niet zo onwaarschijnlijk geweest.
Licht te zien in de nacht
En opeens veranderd alles. De nachtelijke hemel scheurt open en een engel omgeven door licht daalt neer. We hebben eerder deze adventsperiode al gezien dat dit de aartsengel Gabriel moet zijn geweest. Een imposante verschijning, die door ooggetuigen als 3-4 meter hoog worden beschreven. Omgeven door hemels licht, staan de herders eensklaps van een donkere nacht in een oogverblindend licht, alsof te midden van de zonnenstralen staan. De gewone saaie nacht veranderd opeens in onvergetelijk moment. Begrijpelijk grijpt hen angst aan bij het aanblik van de majestueuze aartsengel Gabriël.
En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal, namelijk dat heden voor u geboren is de Zaligmaker, in de stad van David; Hij is Christus, de Heere.
Lukas 2:10-11
De boodschap voor de herders
En dan klinken zijn bekende woorden: “Vreest niet!” Angst is zo begrijpelijk, maar deze angst wordt ook gegarandeerd weggenomen bij deze woorden en vervangen voor hemelse vrede. Dan mag hij hen het beste nieuws, het Kerstevangelie vertellen: “Ik verkondig jullie grote blijdschap die voor alle volken wezen zal, namelijk dat jullie heden geboren is, de Zaligmaker in de Stad Davids!” Als engelen verschijnen is de boodschap altijd heel persoonlijk. Hij begint dat het voor ‘al de volken wezen zal’ en maakt het gelijk persoonlijk: “Dat jullie heden geboren is de Zaligmaker!”
De boodschap voor iedereen
Die boodschap was zonder onderscheid. Hoe weet ik dat? Omdat Gabriël begint met de woorden: “Die alle volken wezen zal“. In het Grieks staat er λαός laos. Dat betekend alle mensen. Dat sluit niemand uit. Ook jou niet. Mogelijk is dan het bezwaar: “Dat werd toen gezegd. Dat kan je niet naar je toe trekken”. Dat kan wel, want het staat niet “Die voor alle mensen is“, maar ‘wezen zal’. Dat is geen vertaalkeuze, dat is wat er van oorsprong ook staat. De Zaligmaker is voor jou geboren! Ook al ken ik je niet, kan ik dit met zekerheid zeggen. Er werd geen condities aan die woorden verbonden, alleen een opdracht: Ga naar het Kind in de kribbe om Hem te zien! Er is dus wel voor je een opdracht aan verbonden: “Ga naar Jezus toe!”
Waar kan ik Jezus zien?
Maar waar moet je Jezus dan zoeken? De herders kregen hiertoe duidelijke instructies. Mogelijk was het hun vast stal, want de engel Gabriël geeft geen adres, maar een heldere beschrijving hoe ze het Kind zullen herkennen. Nu was dat vast niet nodig, daar er niet 2 stallen zullen zijn geweest met een pasgeboren baby. Maar zij moesten zekerheid hebben, dat ze niet verkeert zouden zitten. De beschrijving is namelijk heel specifiek. En nu moet jij ook dat Kind zoeken, om Jezus te zien. Jij bent bevoorrecht, want je hebt wel 4 boeken vol beschrijvingen om Hem te herkennen: 4 Evangelieën. Even als de herders moet je wel gaan en dan zal je Hem vinden en herkennen, zonder enige twijfel in je hart. Het zal je leven voor eeuwig redden. Luister maar wat de engel zegt:
En dit zal voor u het teken zijn: u zult het Kindje vinden in doeken gewikkeld en liggend in de kribbe.
Lukas 2:12
Blijdschap horen en zien
Maar voordat ze gaan, verschijnen er duizenden engelen rond de herders en Gabriël. Daar klinkt het zuiverste lied dat ooit op aarde heeft geklonken uit duizenden engelenmonden en mogelijk schaarde zich daarbij de miljoenen engelen in de hemel. Mogelijk denk je dat dit jou nooit zal overkomen. Maar dat zal je wel. Want Jezus heeft zelf gezegd dat, als jij Hem vind en je tot God bekeer, de engelen in de hemel feest zullen vieren. Lukas 15:7 Ja, denk je mogelijk, die hoor ik niet. Misshien niet letterlijk, omdat jij nog hier op aarde bent en niet in de hemel. Uitgesloten is het in elk geval niet. Maar als je straks de hemelpoort binnengaat, zul je wel degelijk engelen horen zingen van blijdschap, omdat jij thuis bent gekomen. Dan zul je horen wat wij ook lezen:
En plotseling was er bij de engel een menigte van de hemelse legermacht, die God loofde en zei: Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen.
Lukas 2:13-14
De prioriteit van Jezus ‘zien’
En daarmee komen we tot onze kerntekst:
En het geschiedde, toen de engelen van hen weggegaan waren naar de hemel, dat de herders tegen elkaar zeiden: Laten wij dan naar Bethlehem gaan en dat woord zien dat er geschied is, dat de Heere ons bekendgemaakt heeft.
Lukas 2:15
Uit de Griekse tekst blijkt dat ze blijkbaar moesten kiezen wat prioriteit had. De schapen naar een stal drijven of gelijk op pad gaan. Als er een stal in de buurt was geweest, waren ze niet in het veld blijven overnachten. Dan hadden ze liever in hun eigen bedje gelegen. Want eveneens blijkt uit de Griekse tekst dat het geen wandelingetje was, maar een reis die ze moesten ondernemen. Het was een gebied met een doorsnee van 30km. En zoals uit de preek Gevonden in Efratha, blijkt dat het ook niet allemaal even vlakke velden waren. De schapen zouden het aanzienlijk vertragen, want in het volgende vers staat dat ze ‘met haast’ op weg gingen om Jezus te zien.
Zien wat geschied is
Laten wij ons zo ook haasten om naar dat Kind te gaan. Om wat te doen? Om te kijken of het klopt wat de engelen hebben gezegd? Nee. Let eens op de zekerheid in de woorden van onze tekst: ‘om te zien wat geschied is‘ De herders twijfelde niet of ze Jezus, Jozef en Maria zouden aantreffen. Nee, het was zekerheid. Met haast gingen zij om te zien wat een feit was. Nu is ook jou verteld vandaag dat de Zaligmaker is geboren. Je hebt gehoord dat hij kwam voor alle mensen. En toch de meerderheid komt niet op dat woord af. En gelukkig vullen met kerst de kerken zich in het algemeen nog goed. Tienduizenden Nederlanders horen vandaag en morgen het Kerstevangelie. En toch ze gaan niet allemaal naar Jezus.
De uitnodiging aan jou om Jezus te zien
Waarom niet? Omdat het een mooi verhaal blijft. Omdat ze de behoefte niet hebben om het zelf te zien, zelf te ondervinden. Als jij Jezus nog nooit hebt gezien, wil ik je na de dienst uitnodigen, zodat we samen naar Jezus gaan en dan zul je Hem zien. Ook als je dit later leest of op YouTube zie, kom, bel of app mij en dan gaan we naar Jezus toe. Hoe kan ik daar zo stellig over zijn? Omdat het geschied is. Hij zal er zijn op de plek waar wij Hem zoeken. Hij heeft gezegd:
Wie zoekt, zal vinden. Wie klopt, zal worden opgedaan. Ja, sterker nog het staat in het Grieks eigenlijk nog veel stelliger: Wie zoekt, heeft gevonden. Wie klopt, is opengedaan. Het is geen kwestie van geluk. Het is geen kwestie van een lange adem. Zou Hij daarom niet in een open stal zijn geboren, zodat iedereen kon komen. Niet in een paleis waar het gewone volk niet kon komen. Niet in een herberg, die niet op kraamvisite zit te wachten. Geen dak en geen deur houdt je tegen. Je bent slechts één gebed, één zucht bij Hem vandaan.
De zekerheid dat Hij op je wacht
Net als elke andere baby destijds lag hij in doeken gewonden. Dat was geen armoede, zoals vaak wordt verondersteld, maar daarmee bakende ze een baby mee in. Dat maakt de baby rustig, omdat hij zich niet kan bewegen. Dat geeft veiligheid en geborgenheid. Net als toen Jezus daar in de kribbe in doeken gewonden lag en geen kant op ging. Zo gaat Hij ook nu geen kant op, als jij tot Hem komt. Hij zal er zijn. Hij wacht op jou. Vandaag klinken de woorden die traditioneel werden gesproken als de communie of Avondmaalstafel gereed was gemaakt: “Ziet, alle dingen zijn gereed!” Hoor eens de stem die uit de kribbe klinkt:
Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven.
Mattheüs 11:28
Velen zullen komen en Jezus zien
De religieuze leiders in die tijd meende dat geloven genoeg was. Zij geloofde dat het genoeg was dat zij onderdeel van het Verbond waren. Verder was alleen een net leven nodig. Maar 30 jaar later zegt ditzelfde Kind tegen hen:
Maar Ik zeg u dat er velen zullen komen van oost en west en zij zullen aan tafel gaan met Abraham, Izak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen,
Mattheüs 8:11
Wie zijn dat? Dat zijn wij. Heidenen die buiten het Verbond vallen en die geloven en komen om dat Kind te zien. Onze tekst telt 2 werkwoorden, nadat zij geloofde: gaan en zien. Dat is de boodschap voor deze Kerstavond: Ga en Zie! Zie het Wonder van Bethlehem. Ga en zie het woord dat Hij je bekend heeft gemaakt. Welk woord? Christus is geboren, de Zaligmaker! In de Adventpreek ‘de Vreugdebode‘ hebben we gezien wat ons allemaal scheidt van zalig zijn en zalig voelen. Met eer en geweten kan ik nu zeggen: Je hebt alles gehoord en nu mag je alles ontvangen. Ga en zie!
Wees niet bang dat je daarmee een eenling wordt! Want er staat dat velen zullen komen van oost en west. Ja, je bezwaren zullen aan de kant moeten. De herders moesten hun kudde in steek laten en vertrouwen dat God daar voor zou zorgen. Ik geloof dat Hij engelen over de kudde de wacht heeft laten houden, totdat ze terug waren.
Kerstfabel: De cadeau’s van de herders
Ik wil net als voorgaande jaren afsluiten met een verhaal. Dit keer over wat er onderweg gebeurde toen de herders onderweg waren naar de stal:
Vier herders haastte zich door de nacht naar de stal die de engel hun had gewezen. Onderweg zei opeens één van de herders tegen zijn buurman: Wat heb jij meegenomen? Hij antwoordde: “Mijn vrouw heeft een heerlijke koek gebakken. Ik heb er nog niks van op. Om één of andere reden wilde ik die bewaren, om op te eten als jullie in slaap waren gevallen”. Een andere herder was creatief en had houten figuurtjes zitten te snijden. Hij wilde tonen dat hij ook royaal was en zei: “Ik geef alle houten figuurtjes aan dat Kind, dan heeft Hij tenminste ook speelgoed! Dan heeft Hij gelijk de beste kwaliteit, want niemand kan op tegen mijn kunst.” Een derde herder was muziekaal en had zijn harp meegenomen. Hij was uiterst trots op zijn talent. Hij zei: “Als ik bij dat Kind kom, geef ik al mijn talent. Ik ga voor Hem spelen en zingen, totdat Hij tevreden in slaap is gevallen”. De herder die het gesprek was begonnen werd stil. Toen ze bij de stal aankwamen begon hij te twijfelen. Hij durfde niet naar binnen. Zijn vrienden zeiden: “Kom man! Waarom ben je nu zo aan het treuzelen?” Toen zei de herder: “Jullie hebben allemaal het beste meegenomen dat jullie hebben, maar ik heb niks.”
De herders in de stal van Bethlehem
Maar zijn vrienden zeiden: “Maakt toch niet uit man, je gaat gewoon achter ons staan. Hou je een beetje mak en dan valt het vast niet op. Zo gezegd, zo gedaan. In de stal vonden ze Jozef en Maria met het Kindje in haar armen. Wat waren ze blij het Kind te zien. En daar stonden ze met een dankbaar hart, maar ook een trots hart voor wat zij wel niet voor dit Kind over hadden. Maria keek ze één voor één aan en zei: “Wat jammer dat jullie nu allemaal met volle handen staan.” Maar opeens zag ze de beschaamde herder weggedoken staan achter zijn vrienden in de schaduw van de muur. Maria haar gezicht klaarde op en zei tegen de bange herder: “Wat ben ik blij dat jij met lege handen bent gekomen. Mijn armen zijn zo moe, maar jij kunt Hem wel even aannemen, toch?” De herder bloosde, want daar stond hij, zonder geschenken, maar met zijn Zaligmaker in zijn armen.
Toepassing op kerstfabel
Ik hoop dat je begrijpt dat ik dit ter plekke uit mijn duim zuig. Maar wat belangrijker is: Ik hoop dat de boodschap duidelijk is. Hoe goed of fout je ook bent, hoe getalenteerd of talentloos je ook bent, hoe vroom of geloofsonbekwaam je ook bent, laat het los. Kom met lege handen, want alleen lege handen kunnen worden vervuld met deze Zaligmaker. Het moderne kerstfeest, met de kerstman en kerstcadeaus, gaat om geven. Maar het alleroudste Kerstverhaal gaat om: Ontvangen! Jezus zien, is Jezus ontvangen. En dat kan alleen in lege handen.
Ik wens jullie alle een zalig en gezegend Kerstfeest!
Amen
Geef een reactie